BBB-senator Robert Croll. Archieffoto: Henri Bruntink
BBB-senator Robert Croll. Archieffoto: Henri Bruntink

Eerste Kamerlid Robert Croll (BBB) uit Laren kijkt ogen uit in Den Haag

Politiek

LAREN - Robert Croll (69) uit Laren is bewoner - en samen met zijn vrouw - eigenaar van landgoed Oolde. Sinds juni vorig jaar is hij lid van de Eerste Kamer van de Staten-Generaal voor de Boer Burger Beweging (BBB). Na de eerste 300 dagen zegt hij: “Ik moet de basics van het vak nog leren. Het is in ieder geval heel anders dan mijn werk als rechter. In die rol luister je goed naar alle partijen en uiteindelijk neem je zelf de beslissing. In de Kamer moet je ook luisteren, voortdurend standpunten innemen, maar over het uiteindelijke besluit heb je niet de regie.”

Door Henri Bruntink

De Eerste Kamer wordt vaak ‘Chambre de réflexion’ genoemd. Een plek dus waar wetsvoorstellen onder meer worden getoetst aan de Grondwet en waar het politieke spel aanvankelijk minder belangrijk is. Dat laatste is in het huidige politieke landschap wel aan het veranderen, zo merkt Croll. “Het is een spel van ‘bondjes maken met elkaar’, geven en nemen dus. En van: voor wat hoort wat.” Hij illustreert het door te vertellen over de procedure waarbij een voorzitter gekozen moest worden voor de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie. Vanwege zijn achtergrond, onder meer als rechtbankpresident, droeg de BBB hem voor.

Corvee
Croll vertelt: “Het leek in kannen en kruiken maar toen stak iemand anders ook z’n vinger op voor die functie. Als nieuwkomer in de Kamer vond ik het belangrijker om de spelregels te leren kennen en te doorgronden. Bovendien werd mij al snel duidelijk dat het voorzitterschap van een parlementaire commissie, niets meer en niets minder is dan gewoon corvee. Dat ondervond hij al als tweede ondervoorzitter van de Eerste Kamer, een benoeming die hij al snel naar zijn aantreden op zijn palmares kon bijschrijven, althans zo voelde het aanvankelijk. “Dan moet je toch echt een soort van ‘leeuwenkuil’ onder controle zien te houden.”

In de wandelgangen vroeg hij zijn ‘opponent’ in de strijd om het voorzitterschap van de bedoelde Kamercommissie waarom hij die functie zo graag wilde hebben. “Het antwoord was, dat als een minister bijvoorbeeld iets procedureels zou willen, hij dan de commissievoorzitter moest bellen. “Ja..., en?, vroeg ik in mijn onschuld. Later bleek mij dat het gespikkeld is om met een minister te overleggen. Je zou het ijdelheid kunnen noemen. Ik merk alleen dat ik daar met het ouder worden steeds minder last van heb. Ik was al lang blij dat de klus aan mij voorbijging. Dat gold eens te meer omdat ik ondervoorzitter van de gehele Eerste Kamer werd. Ik was overigens wel verbaasd dat in de BBB-fractie toen werd gezegd dat we iets hadden weggegeven en dat daar iets voor moet terugkomen. Ik vond het wel bijzonder om te merken dat het niet altijd om de beste argumenten gaat, maar om: ‘als ik dit of dat van jou krijg, dan krijg jij van mij dat of dit. Kortom: ruilhandel en gunfactor spelen een grote rol.”

Spreidingswet
Even leek het erop dat Robert Croll - samen met twee fractiegenoten - ongewild al snel na zijn aantreden een soort van dissident in eigen fractie zou worden. Hij was namelijk vóór de omstreden, maar inmiddels wel aangenomen, Spreidingswet. De BBB was tegen deze wet, waarmee gemeenten kunnen worden gedwongen om asielzoekers en statushouders op te nemen. Croll zag tijdens een werkbezoek met eigen ogen hoe mensen werden opgevangen, zoals bijvoorbeeld in de noodopvang in Stadskanaal. “Daar kreeg ik de tranen in mijn ogen. Zo hoor je niet met mensen om te gaan en ik realiseerde me dat ze in de bekende elitaire gemeenten in het land nauwelijks iets doen. Dat kan niet.”

Hij benadrukt overigens dat ook hij vindt dat emigratie beter onder controle moet worden gebracht. Hij zegt: “Nederland moet proberen beter te sturen op ‘instroom, doorstroom en uitstroom’. De Spreidingswet kan daarbij helpen. Je moet de kansloze en kansrijke asielzoekers uit elkaar halen en daar apart beleid op maken; beleid dat ook te handhaven is. Dat moet humanitair verantwoord zijn, maar ook duidelijk ten opzichte van de kanslozen.”

Wakker gelegen
Croll vervolgt: “Ik heb toch nog wakker gelegen over wat ik zou gaan stemmen. Toen de VVD een week voor de officiële stemming al aankondigde unaniem voor te zullen stemmen, werd zonneklaar dat de Spreidingswet het zou gaan halen. Tot mijn verbazing wilde de BBB-fractie aanvankelijk dat we desondanks tegen zouden stemmen. Immers, als de fractie verdeeld zou stemmen, dan zou daarmee de positie van Caroline van der Plas aan de formatietafel verzwakt worden. Kortom, toch nog tégen het wetsontwerp stemmen, maar dan plotseling wél om een geheel andere reden.”

Hij kwam - na bijna een leven lang CDA’er te zijn geweest - op wonderlijke wijze bij de BBB terecht. Gevraagd naar de ambitie zegt Croll: “De rol als verbinder past mij wel. Dat was ik als rechter eigenlijk altijd al en dat wilde ik tijdens de derde helft van mijn leven graag blijven doen. Mijn opgestoken vinger voor de Eerste Kamer bleef bij het CDA onopgemerkt. Ik kwam even later op de markt in Deventer iemand uit de top van de BBB tegen die liet weten dat ze nog wel mensen zochten. Na een sollicitatiebrief en een daaropvolgend gesprek was het snel geregeld. Ik heb dus wel het een en ander te danken aan de BBB als partij. Tegen die achtergrond lijkt het mij niet meer dan normaal om, ook intern, de eenheid en het fatsoen te behouden zonder mijzelf daarbij te verloochenen.”

Tijdsinvestering
Hij heeft zich wel wat verkeken op de tijdsinvestering die het Kamerlidmaatschap vraagt. “Er wordt wel beweerd dat je een dagdeel voorbereiding nodig hebt en een hele dag in de week vergadert. De afgelopen periode worden we vaker opgetrommeld, onder meer door de commotie die ontstond rond de definitieve sluiting van het Groninger gasveld. Ik wil me goed voorbereiden en de hoeveelheid leeswerk is enorm, dus de dag voorbereidingstijd is vaak niet genoeg. Ik kreeg onlangs te maken met een rapport van 750 pagina’s. Ik wil graag leren hoe ik dat via artificial intelligence (AI) kan laten samenvatten.”

Tweede Kamerlid Henk Vermeer van de BBB liet onlangs week via X weten dat hij vond dat de rechters van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op de stoel van de politiek gingen zitten toen ze 2000 Zwitserse vrouwen gelijk gaven in hun aanklacht tegen de Zwitserse Staat. Die zou onvoldoende doen om de klimaatverandering tegen te gaan. Het kwam Vermeer op de nodige kritiek te staan, temeer omdat hij toevoegde dat hij vindt dat Nederland desnoods verdragen moet opzeggen of laten aanpassen.

Regels toetsen
Croll hierover: “Henk Vermeer is een voortreffelijke politicus. Toch is het is mijn overtuiging - maar ook mijn ervaring - dat rechters niet snel op de stoel van politici gaan zitten. Bijvoorbeeld, het al dan niet sluiten van een internationaal verdrag is voor de volle 100 procent aan de regering en/of het parlement. Alleen, als de regering een verdrag sluit, waarbij klip en klaar wordt beloofd ‘dit, of dat’ te gaan doen - zoals bij het nakomen van het Verdrag van Parijs -, dan vind ik dat je dat ook moet doen. Je bent goed voor je handtekening, toch? Als je internationale, regels vaststelt, moet je die ook nakomen en accepteren dat die getoetst kunnen worden. Anders zijn die afspraken zinloos. Er was destijds ook veel kritiek op de rechters in de bekende Urgenda-zaak. Feit was dat Nederland het verdrag van Parijs had ondertekend, maar de afspraken die daarin werden gemaakt werden jarenlang niet nagekomen. Ik vind het niet meer dan normaal dat dit consequenties heeft.”

De sfeer in de BBB-fractie, maar ook in de Eerste Kamer als geheel, beoordeelt Robert Croll als positief. “Ik zie wel wat voorbeelden van mensen die het werk te veel als een soort van carrièremove zien. Maar die worden daar wel op aangesproken. Zelf vind ik het vooral een eer dat ik het mag doen. Ik ben nog wel bezig met het leren van de basics. En, hoewel ik wel wat gewend ben, was ik best zenuwachtig voor mijn maidenspeech. Gezonde spanning zal ik het maa noemen.”

Derde helft
De eerste zinnen van die speech - over de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid - zijn veelzeggende: ‘Voorzitter. Hoe wonderlijk kan het in een leven lopen? Je bent de 65 ruim gepasseerd. En dan? Dan word je plotseling een politiek ambtsdrager in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het zou minder kunnen. Blessuretijd; of is het, zoals dat in het voetbal heet, gewoon de derde helft van je wedstrijd? Vooralsnog houd ik het maar op het laatste.’

Over het werk zelf zegt hij verder nog dat hij maar moeilijk kan wennen aan het formele karakter van de vergaderingen, zoals het altijd via de voorzitter te moeten spreken. “Ik begrijp wel dat dit bedoeld is om de emoties enigszins buiten spel te zetten, maar of dat altijd nodig is vraag ik mij af. Bij het voorzitten van de plenaire vergadering probeer ik vooral dicht bij mijzelf te blijven.”

Link naar de persoonlijke pagina van Robert Croll op de website van de Eerste Kamer, inclusief de volledige tekst van de maiden speech.


Robert Croll met fractievoorzitter van BBB in de Eerste Kamer Ilona Lagas (l) en Caroline van der Plas in Huis Oolde in Laren. Archieffoto: Henri Bruntink 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant